Pieter van Abshoven

Civiel ingenieur en cultureel antropoloog

Probleemoplosser en bemiddelaar

Binnen Groenlinks ben ik een zij-instromer, mijn politieke ervaring heb ik elders opgedaan in lobby vanuit ontwikkelingssamenwerkingsorganisaties en als adviseur voor niet-gouvernementele organisaties in Roemenië, waar ik jaren gewoond heb. Ik ben ingenieur, gericht op het goed onderkennen van problemen en het zoeken naar duurzame oplossingen, zoals ik bij een energieproject in Fryslân gedaan heb. Als antropoloog gaat het er mij om wat veranderingen voor mensen echt betekenen. Door mijn wonen tussen en werken met nationale minderheden in drie verschillende regio's, weet ik wat het betekent om als lid van een kleinere taalgroep te leven binnen een groter verband waar andere talen en culturen heersen. Ik heb geleerd dat te waarderen en duidelijk te maken aan anderen. Ik wil eraan bijdragen dat de verschillende culturen en taalgroepen binnen Europa goed met elkaar samenleven binnen het altijd al multiculturele en multireligieuse Europa.
Maar laat ik mij wat uitgebreider voorstellen.

Van het dorp naar de stad

Ik ben geboren in Ter Aar, een dorp in het Groene Hart van Zuid-Holland. De lagere en middelbare school heb ik doorlopen in Utrecht, in Lombok, een volkswijk, waar later veel migranten kwamen wonen.

Naar de universiteit

In Delft heb ik Civiele Techniek gestudeerd. Daar ben ik jaren betrokken geweest om binnen de universiteit meer aandacht te krijgen voor ontwikkelingssamenwerking en de rol van de ingenieur daarin. Dat begon met het organiseren van het congres 'De civiel ingenieur en de Derde Wereld'. Daarna organiseerde ik extra colleges over het werken in ontwikkelingslanden. En werkte ik aan de opbouw van de Aangepaste Technologie Groep aan de Universiteit van Delft. Een van de activiteiten daarvan was het geven van technische adviezen aan mensen in ontwikkelingslanden. Ik werd bestuurslid van de Stichting T.O.O.L. (Technische Ontwikkeling OntwikkelingsLanden), die groepen van verschillende universiteiten aktief op het terrein van Aangepaste Technologie, verenigde. Als bestuurslid was ik verantwoordelijk voor en werkte ik mee aan de organisatie van het congres over Aangepaste Technologie, met als spreker onder andere E.F. Schumacher, de schrijver van Small is Beautiful. Ik raakte door dit werk steeds meer geÔnteresseerd in cultuur, en hoe ontwikkeling sterk door cultuur bepaald wordt. Dat bracht me bij de Culturele Antropologie, en begon colleges daarover te volgen en boeken erover te lezen. Toen ik opgeroepen werd voor militaire dienst heb ik geweigerd en mijn vervangende dienst gedaan bij Novib.

plattelandsontwikkeling in Fryslân

Daarna vertrok ik voor mijn afstuderen naar Fryslân, om daar onderzoek te doen naar de haalbaarheid van een kleinschalig energieproject op basis van wind en biogas. Het heeft eraan bijgedragen dat er een molen en een biogasinstallatie gebouwd zijn. In het kader van de studie planologie deed ik ook onderzoek naar de positie van de kleine scholen daar. De conclusie was dat grote scholen in een stedelijke omgeving wel goedkoper zijn dan kleine scholen. Maar dat in het gebied waar ik onderzoek deed, het Friese platteland, grote scholen juist duurder zijn. Ik was toen al begonnen me te verdiepen in de culturele antropologie, en de methodiek van de participerende observatie. Vandaar dat ik voor dit onderzoek naar een klein dorp (300 inwoners) in Fryslân ben verhuisd, waar ik me ook direct opgaf voor een taalcursus. En na een jaar haalde ik de friese akte. Uiteindelijk bleef ik er veertien jaar wonen. In het begin van de tachtiger jaren was ik in Frysl‚n ook aktief betrokken bij de brede maatschappelijke discussie over kernergie. Wat me toen vooral opviel, was hoe gebrekkig de informatie was over de winning van het uranium. Bijna niemand wist, hoe het de omgeving vervuilde en een bedreiging vormde voor de bewoners rondom de mijn.

Culturele veranderingen in Oost-Europa

Net voor de muur in Berlijn in 1989 omging startte ik met de studie Antropologie in Utrecht. Het opengaan van Oost-Europa bood mij de gelegenheid om me op die regio te specialiseren. Ik volgde cursussen Hongaars aan de Universiteit van Amsterdam en Debrecen, en in 1993 vertrok ik voor een half jaar om onderzoek te doen bij de Hongaren die in het oosten van Transsylvanië wonen, om daar vooral te kijken wat het verdwijnen van het communistische regime voor hen betekende. Bepaalde veranderingen (dat men de hele dag stroom had) was men toen al zowat vergeten. Op andere terreinen zag men nauwelijks veranderingen. Als ik vroeg wat er veranderd was, dat kreeg ik steevast het antwoord: “Er is niets veranderd.” Pas als ik doorvroeg kwam het verhaal: “Vroeger hadden we werk, maar in de winkels was er niets te koop. Nu liggen de winkels wel vol, maar hebben we geen geld om het te kopen.”
Ik kwam erachter dat het regime de mensen decennia lang behandeld had als handelingsonbekwaam, als kleine kinderen, niet in staat om verantwoordelijkheid te dragen.

de Roemenië jaren

Eenmaal afgestudeerd vond ik werk bij Cordaid, waar ik na een jaar gevraagd werd of ik naar Roemenië uitgezonden wilde worden. En zo verhuisde ik in 1997 met mijn Spaanse vrouw en eenjarige dochter naar Boekarest, om daar de organisaties te ondersteunen die door Cordaid gefinancierd werden. Een aantal mensenrechtenorganisaties, een uitgever van een tijdschift over het milieu, maar ook organisaties aktief op het terrein van plattelandsontwikkeling en microkredieten, thuiszorg voor ouderen, straatkinderen, Rroma, en speciaal onderwijs. Later kwamen daar projecten bij die door anderen gefinancierd werden, onder andere Europese fondsen. Zo werkte ik mee aan het opstellen voor de Roemeense regering van een nationale strategie voor de Rroma. Samen met de organisatie GERON hielp ik bij het opzetten van een netwerk van thuiszorgorganisaties, en een vrijwilligersgroep voor bezoek aan oudere patiënten. Binnen de plattelandsontwikkelingsorganisatie FRDMR coördineerde de commissie die een nationaal congres melkinzameling en verwerking organiseerde. In de Republiek Moldova werkte ik met verschillende organisaties voor het verbeteren van een Speciale School, zowel gebouwen als curriculum, en het uitvoeren van enkele noodhulpprojecten voor de verdeling van voedsel en brandstof. In die jaren was ik ook correspondent voor het Nederlandse radioprogramma Wereldnet. Een programma waarvoor ik zo eens in de zes weken in een rechtstreekse uitzending geïnterviewd werd over het actuele nieuws uit Roemenië.

remigrant

Na terugkomst in Nederland heb ik uiteenlopende dingen gedaan. Een aantal korte missies naar Roemenië: projecten bezoeken, trainingen geven, zakenmensen begeleiden en tolken. Of hier in Nederland mensen trainen die voor korte of langere tijd naar Roemenië gingen. Ik ben ook bestuurslid geweest van de Stichting Roemenië-Hunedoara hier in Alphen aan den Rijn.
Over mijn ervaringen in Roemenië heb ik ook een aantal artikelen geschreven, waarvan er twee Wie bezit, zal oogsten". en ‘Ze gaan toch zo dood’: Ouderen in Roemenië. in wetenschappelijke tijdschriften gepubliceerd zijn.
Daarnaast publiceer ik ook over andere onderwerpen, zoals de afgelopen tijd bijvoorbeeld over rituelen rond ziekte en dood, over het huwelijk en zelfs over ijspret.
Een paar jaar was ik adviseur voor het kinderprogramma "kinderen in de knel" van Kerkinactie. Daar werkte ik mee aan twee campagnes ter verbetering van kinderrechten: ‘Kinderen opsluiten is crimineel’, en ‘Help de assepoesters in Peru’.

Van 2010 tot en met 2013 ben ik raadslid geweest in Alphen aan den Rijn, en delegatielid voor het congres van de Europese Groene Partij. Maar daarvoor meer op andere pagina's.
Na vier jaar voor GroenLinks in de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn gezeten te hebben, verdeel ik nu mijn tijd tussen de taxi (daar mag wel wat anders voor komen), 'El Rogante', (waar we weer ruimte hebben voor nieuwe leerlingen Spaans of Nederlands), de Linkerwang, en sinds kort Stichting Rebeca Lidwina, voor het opzetten van een project voor palliatieve zorg in Miercurea Ciuc, Roemenië.

gedetailleerd curriculum vitae

Van mijn CV bestaan verschillende versies.
Een versie in het Nederlands.
The version in English in the EU format.
Y la version en Castellano






© 2011 Mijn-eigen-website.nl

website stats